In Tenebris Lux komt drie tot vier keer per maand op de woensdagavonden bijeen. Het is een eigen statutaire vereniging met ook de daaraan hangende “vervelende” zaken als contributie en een algemene ledenvergadering.
De aard en het karakter van In Tenebris Lux moet men ervaren, maar de Broeders geven zelf kwalificaties als intiem en vertrouwd. We kennen uiterst serieuze avonden tot min of meer studentikoze Tafelloges, de informele bescheiden maaltijd na elke rituele bijeenkomst. De gemiddelde leeftijd ligt achter in de vijftig maar varieert per persoon van dertigers tot de echt sterken onder ons. De achtergrond van de leden is zeer divers. Van selfmade mensen met een beperkte opleiding tot universitair geschoolde professionals. Kerkelijken en uitgesproken niet-kerkelijken. Eigenlijk van alles wat. Alleen de zoektocht naar de diepere betekenis van ons aardse bestaan is bij allen gemeenschappelijk. Dat en daarnaast het respect voor elk mens en de waardering van de mening van elk mens.
Net als bij de middeleeuwse gilden, wordt binnen de Vrijmetselarij de drievoudige ordening van Leerlingen, Gezellen en Meesters aangehouden. Wanneer men lid wordt van een Loge begint men als leerling en telkens na circa een jaar schuift men door tot aan de status van Meester-Vrijmetselaar.
Voor wat betreft het lid worden van een Vrijmetselaarsloge geldt de spreuk des Bijbels: zoekt en gij zult vinden, bidt en u zal gegeven worden, klopt en u zal worden opengedaan.
Symbolen hebben voor mensen iets heel bijzonders. Ze geven (innerlijke) kracht en inspiratie. Ze sporen aan tot denken en zelfreflectie. Denk aan wat voor mensen bijvoorbeeld hun vlag of hun staatshoofd betekent. Of voor christenen de Bijbel, voor joden de Talmoed en voor moslims de Koran. Dit verschijnsel is iets zuiver menselijks en bestaat al duizenden jaren.
Vrijmetselaars bestuderen al honderden jaren symbolen en maken er gebruik van bij hun rituelen en gebruiken èn in hun dagelijkse leven! Ook hun werkplaats (of tempel) staat bol van de symbolen. Symbolen die men echter wel moet leren herkennen en begrijpen. De betekenis en kracht en vaak de diepgang van een symbool is terug te vinden in de wijze waarop in de ritualen van vrijmetselaars symbolen worden gebruikt.
Typische vrijmetselaarssymbolen zijn de bijbel. de passer en de winkelhaak. De bijbel richt onze gedachten, de passer onze gevoelens en de winkelhaak onze daden. Maar het gaat veel verder dan dat. Ook het waterpas, de twaalfdelige maatstok en de basale instrumenten als hamer, beitel en koevoet hebben veel meer betekenis dan als zuiver praktisch gereedschap.
Het is een kwestie van leren zien. De twee zuilen bij de poort van een vrijmetselaars-werkplaats: Jachin en Bohaz getooid met de aardbal en de hemelbol, overhangen met granaatappels. Eenmaal ziende, is er een rijkdom aan zelfontplooiing te vinden waarmee de vrijmetselaar de wereld in kan trekken om zich daar, zoals dat heet, te doen kennen als vrijmetselaar. Uit zichzelf als ruwe steen een zuivere kubiek halen, geschikt voor de bouw van de tempel der mensheid. Dat is een klein stukje van wat wel het geheim der vrijmetselarij wordt genoemd.
Er worden wel drie typen symbolen onderscheiden: spraaksymbolen, gevoelssymbolen en wiskundige symbolen.
Spraaksymbolen, voor het gemak hier het schrift, zijn in de moderne wereld voor iedereen beschikbaar. Maar pas op: in een mysterieuze taal kunnen ze ongewoon krachtig zijn. Denk bij de katholieke kerk aan een mis in het Latijn of aan een toespraak van een populistische volksmenner die termen gebruikt die eigenlijk niemand snapt!
Gevoelssymbolen kennen wij allemaal: het kruis, de halve maan, het alziend oog, het zonnerad, runetekens. Die laatsten bijna de combinatie van gevoels- en spraaksymbolen! Dit zijn doorgaans oeroude symbolen met voor wie daar ontvankelijk voor is heel veel lading.
Wiskundige symbolen zijn een soort synthese van de beide andere symbooltypen: de driehoek, het pentagram, de eeuwige cirkel, de uitgeklapte stelling van Pythagoras! Daar zit een hele wereld achter die je moet zoeken. Maar dan vind je die ook. Zoals de spreuk des bijbels: zoek en gij zult vinden, klop en u wordt opengedaan, bid en u zal gegeven worden. Vrijmetselarij is een leerschool van het herkennen, waarderen en toepassen van symbolen en geeft daarmee een zeer oude vorm van kennis en inzicht door in onze moderne tijd.
Muziek
Tijdens de rituele samenkomsten is muziek een waardevol hulpmiddel voor het scheppen van de juiste sfeer. Bovendien kan met muziek uitgedrukt worden wat niet meer met woorden is te zeggen. Een mooi voorbeeld is de muziek die Mozart componeerde naar aanleiding van zijn meesterverheffing op 13 januari 1785 in de Loge ‘Zur wahren Eintracht’ te Wenen. Een maand later ontstond het pianoconcert in C, KV 467. Volgens de bekende musicoloog Robbins Landon verwijst het Andante uit dit pianoconcert naar die gebeurtenis. We horen een zorgvuldig aftasten van muzikale mogelijkheden als in een strikt persoonlijke zoektocht uit dit labyrinth. Op youtube zijn 10 interpretaties van deze subtiele muziek te beluisteren; ga naar Andante KV 467.
https://www.youtube.com/watch?v=HZaB1ekBLfc
Veel bekende componisten van vroeger en nu waren Vrijmetselaar behalve Mozart is o.m. te denken aan Haydn, Mendelsohn, List, Sibelius, Willem Pijper en Gershwin en vele anderen.
In Tenebris Lux: licht in de duisternis
Tijdens elke rituele zogenaamde Open Loge bij alle reguliere loges in de hele wereld ligt er een opengeslagen Bijbel voor de troon van de Meester der Loge op een Zuivere Kubiek (eventueel aangevuld met een Koran of een Talmoed bij een inwijding van iemand met het Islamitische of Joodse geloof). Deze Bijbel ligt opengeslagen bij het evangelie van Johannes vers 1. In de verzen 1 t/m 5 zit de naam van onze Loge besloten: “1. In den beginne was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. 2. Dit was in den beginne bij God. 3. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. 4. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. 5. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft Hetzelve niet begrepen.”
De proloog van het evangelie van Johannes (verzen 1-18) is een samenstelsel van het thema logos/woord (Philo v. Alexandrië) met licht/God-symboliek dat in de antieke wereld veel voorkwam. De evangeliën waren geschreven voor een Grieks-Romeins publiek en ze moesten dus herkenbaar en acceptabel zijn. Dat verklaart o.m. ook dat ondanks het historische feit dat de Romeinse bezetting van Palestina keihard en meedogenloos was, de Romeinen die in de evangeliën voorkomen allemaal tot op zekere hoogte sympathiek zijn en welwillend staan tegenover Christus. Naast bij de proto-Christenen komt lichtsymboliek ook voor bij o.m. de Mithrascultus, de Orpheussage en de Romeinse zonnegod Sol Invictus. En ook in de Egyptische en Sassanidische traditie speelt “het licht zien” een rol bij initiatieriten. De Perzische Zarathustra kenmerkte rond 600 v. Chr. het licht als goed en wetend tegenover de duisternis als slecht en onwetend.
Overigens is de moderne computertaal waarin woorden en letters in de vorm van nullen en streepjes een soort cijfer krijgen, verrassend verwant aan de oeroude Kabbalistische wetenschap waarbij (simpel gezegd) door de letters en de woorden van de bijbel cijfers te geven wordt gezocht naar het ultieme getal dat dan weer staat voor God. In zijn boek “Ontdekking van de hemel” van Harry Mulisch wordt met dat thema gespeeld. Ook dan komen wij weer uit bij Johannes 1 - 5. “Het Woord was God”.
Tegenwoordig zouden wij licht als elektromagnetische straling in de vorm van een golven of deeltjes kunnen afdoen, maar dat is te kort door de bocht. Er is meer aan de hand met licht. Max Planck en Albert Einstein kwamen aan de hand van het golven of deeltjes dualisme tot de leer van de quantum objecten. Licht is zowel golven als een stroom van deeltjes. Degene die het licht bestudeert, bepaalt zelf door zijn enkele aanwezigheid de realiteit en verandert lichtgolven in deeltjes (het Electron Double Experiment van Feynman).
Dat brengt ons dan weer bij Vrijmetselaarsloge In Tenebris Lux. Licht (en wat dat aangaat schoonheid) ligt besloten in de ogen van de kijker. Iets wat Thucydides rond 400 v. Chr. al stelde. Licht leren zien en herkennen. Ook in een persoon waar je het niet verwacht. Iemand zonder vooroordeel of dogma (al dan niet kerkelijk, religieus, politiek of vanuit welke achtergrond dan ook ingegeven) willen zien. Dan blijkt dat in alle mensen het goddelijk licht zit en is de basis gelegd voor de betere wereld waar Vrijmetselaren naar streven. Zonder dogma en vooroordeel kijken wordt echter in onze wereld vaak niet gewaardeerd. Dat verklaart ook waarom Vrijmetselarij door dogmatici als slecht wordt gezien.
Website is onder constructie
Voor informatie of contact mail naar: